Bormio en Prestine

19 september 2008
Vandaag hebben we het regenachtige Malbun verlaten en zijn we richting Italië gereden. Onderweg zijn we nog gestopt bij het slot van de Koninklijke familie van Liechtenstein. Dit was echter alleen van de buitenkant te bewonderen en stond bovendien gedeeltelijk in de steigers. Ook hebben we nog wat rondgekeken in Vaduz, waar de regerings- en parlementsgebouwen staan. Als postzegelverzamelaar vond Rodney het erg leuk dat er allerlei postzegels op de straat waren geplakt.
Om in Bormio in Italië te komen moesten we over de Julier- en de Berninapas. Hiertussen ligt o.a. de bekende plaats St. Moritz. Een vermoeiende rit met grote hoogteverschillen. We weten nu tenminste waar de bergstand in de Prius voor is :)!! Het viel op dat het weer na de Julierpas meteen mooi was. Met een lekkere zon was het ook gelijk 10° warmer.

20 september 2008
Omdat er in het Parco Nazionale della Stelvio steenbokken, gemzen, herten, adelaars en gieren voorkomen, besloten we een gedeelte van de Zebrú route te gaan wandelen. Het park is het grootste nationale park van Italië. Om er te komen moesten we via weggetjes ter breedte van 1 personenauto dwars door tegen de bergen aangeplakte dorpjes rijden. Tijdens de wandeling hebben we behalve een koolmeesje, wat vlinders, 2 koeien en een hond, verder weinig wild gezien (we heten tenslotte niet allemaal Cindy en Mark :)). Het weer was echter mooi (strakblauwe hemel) en het landschap prachtig met besneeuwde bergpieken (veel Bob Ross plaatjes geschoten).
Na de wandeling zijn we richting Lago d’Iseo gereden. Maar omdat dat nog te ver weg was, hebben we een hotel in Prestine gepakt.

Opnieuw bedankt voor de reacties. Andre, het moet toch weer even rustig aan, want Rodney kan het niet meer zo goed bijbenen.